woensdag 18 augustus 2010

Het gelijk van New Wine?


De laatste week van onze vakantie brachten we door op het festivalterrein van Walibi, midden tussen de duizenden andere bezoekers van de zomerconferentie van New Wine. Hartverwarmend als het gaat om het onderlinge contact en de gesprekken. Maar de ervaring leert ons dat New Wine zijn eigen cultuur van lofprijzing en aanbidding heeft, zoals andere (kerkelijke) groepen die ook hebben. De 'vanzelfsprekendheid' van deze lofprijzingsmode kan een goed gesprek daarover in de weg staan. Goed om ook over deze vormen in gesprek te blijven. Dat levert vast winst op. In dit kader vond ik de reactie van Gerdienke dan ook verrijkend (zie vorige Blog, overigens voor de andere ben ik ook dankbaar!). Door haar uitleg begreep ik nu eens van binnenuit wat je kunt denken en voelen bij  de 'geheven handen' bij het lofprijzen. Ik zie dat het zo echt wat kan toevoegen.
Ook over andere zaken zou ik graag nog verder doorpraten, omdat ik nog niet overtuigd ben van de bijbelse noodzaak ervan.



Als ik dat laatste zinnetje teruglees, ziet dat er gelijk loodzwaar uit. Goed om hier te schrijven dat ik dit niet bedoel als een veroordeling, om mensen tot zwijgen te brengen. Integendeel, ik wil het gesprek erover nu juist graag bevorderen. En dat gesprek beschouw ik als een gesprek tussen broertjes en zusjes van dezelfde familie. Want dat is me duidelijk: we horen allemaal bij dezelfde partij: die van de Heer Jezus Christus.


Maar en dat leert de ervaring :-) me. Je kunt je ook tussen je eigen familieleden verlegen voelen worden. Mij gebeurde dat op de zomerconferentie bijna altijd wanneer sprekers en aanwezigen van Gods bijbelse spreken omschakelden naar het 'onmiddellijke spreken van de Geest'. 
Bij het bijbelse spreken van God zijn spreker en luisteraars allemaal gelijk. Wij zitten als het ware samen luisterend aan de voeten van God. Je leest een bijbeltekst (mee) en laat die op je inwerken. Daar kun je met elkaar over in gesprek raken. Je kunt ook onder de indruk komen van het inzicht dat een medegelovige in het Woord van God heeft (gekregen). Je kunt het er ook niet mee eens zijn, je staat immers op dezelfde hoogte als je medemens. Maar ook dan helpt het je het Woord van God beter te begrijpen. Al luisterend en sprekend worden al je menselijke vermogens ingeschakeld om mee te denken, te kijken en te voelen met het Woord van God. Zo vormt de omgang met het Woord je. Daarin herken je het werk van de Heilige Geest die al onze (van God gekregen) menselijke vermogens activeert om onze Heer beter te kunnen volgen én die ons als gelovigen aan elkaar verbindt om elkaar te dienen in het luisteren naar (en volgen van) Gods Woord. Ik ben dankbaar voor alle leermomenten die de zomerconferentie van New Wine me geboden heeft. Of het nu instemming of reactie was, altijd ben ik rijker van geworden.


Maar ik ben nog steeds verlegen met 'het onmiddellijke spreken van de Geest', zoals ik dat op de zomerconferentie meemaakte. Mijn medechristen verandert op dat moment in een boodschapper van God met een bericht of een ingeving die rechtstreeks van Hem afkomstig is. We staan niet meer op hetzelfde niveau samen voor God, maar hij (of zij) staat als boodschapper tussen mij en God in.
De gedachte is indrukwekkend: God heeft een boodschap voor mij persoonlijk. En daar is een gelovige (dus ook ik) gevoelig voor, omdat ik graag persoonlijk door God aangesproken wil worden. Uit de Bijbel weet ik dat dit ook zo kán. Christenen uit alle tijden krijgen directe boodschappen van God. Dát maakt me niet verlegen.
Wél het feit dat je dit kennelijk kunt organiseren in een samenkomst en ook dat ik het moment van toetsing mis. 


Komt de Geest altijd met een boodschap als wij er voor klaar gaan staan? Op de zomerconferentie wel. Zodra er bijv. ministry is, spréékt de Geest (in beelden, ingevingen en woorden). Is dat eigenlijk altijd zo, maar missen wij het doorgaans omdat we er niet op letten? Maar als de Geest zo onafgebroken aan het Woord is in bijzondere, persoonlijke boodschappen, lopen we dan niet het risico dat onze aandacht helemaal opgaat in deze persoonlijke openbaringen, ten koste van de bijbelse openbaring? (Ik zie in de praktijk de directe link tussen deze twee nl. lang niet altijd). Dreigt de verhouding tussen de bijbelse boodschap en de persoonlijke boodschappen op bepaalde momenten niet helemaal zoek te raken?
Daar komt bij dat mijn medegelovige - ook als kind van God-  een kwetsbaar mens blijft! Hoe weet ik nu dat het geen andere geest is die via hem spreekt (dat overkwam zelfs Petrus, Mat. 16,23)? Of dat de bron van de boodschap ergens diep in haarzelf ligt? De ruimte om de boodschap te toetsen, die ik anders wel heb, valt ineens weg.

Jazeker in de seminars benadrukt men keer op keer dat men verstandig en voorzichtig moet zijn in het uitdelen van boodschappen van God. Maar als ontvanger heb ik daar niet zo veel aan. Ik sta als mens voor een ander mens, die mij zegt een boodschap van God voor me te hebben. Ik moet in een splitsecond beslissen of ik dit een als boodschap van God aanvaard. Maar hoe kan ik dit weten als ik niet kan toetsen? Mijn ervaring met mensen (zie mijn vorige Blog) heeft me geleerd, dat die vaak de zwakke schakel zijn in het doorgeven van Gods boodschap.


Kortom, dit is een zo kwetsbaar proces, dat ik er tot nog toe niet in slaag er in de praktijk goed mee om te gaan. Het resultaat is dat ik op New Wine niet zelden verlegen ben met de situatie omdat ik mijn verantwoordelijkheid niet langer kan nemen. Voorlopig blijf ik daarom nog op een afstandje staan kijken en vertrek vervolgens stilletjes uit de tent omdat ik de anderen niet wil storen in wat voor hen diepe overtuiging lijkt. En vraag ik me af: hoe raken zij toch zo overtuigd?

2 opmerkingen:

Mark Luigjes zei

Hoi Wieb,

Een verhelderingsvraag: waarom moet je in een splitsecond besluiten of iets van God komt of niet?

Wieb Dijksterhuis zei

Ha Mark, Voorbeeld: Ik sta in de tent en een van de sprekers begint op te roepen om voor je laten bidden. In het bijzonder voor 'iemand met rugpijn', 'iemand met oorsuizingen'... Op dat moment moet ik op staande voet besluiten of ik dit als een boodschap van God zie en erop in ga en inderdaad naar voren ga.
Goed ik heb de vrijheid om te weigeren. Maar ik wil het op zich wel serieus nemen, maar hoe weet ik nu of dit van God komt? Het gaat mij te ver om het dan maar gewoon uit te gaan proberen! Zolang ik de echte bron van de boodschap niet ken niet. Er is geen tijd of ruimte om dit nader te toetsen.
Dit voorbeeld kun je uitbreiden naar alle momenten waarop er boodschappen doorkomen. Misschien nog wel van een veel persoonlijker aard.