maandag 28 december 2009

Waarom?



"Waarom zouden we?"
...hoorde ik laatst iemand zeggen. Duidelijk met tegenzin.
Hij bedoelde onze gezamenlijke dienst met de vrijgemaakten op 17 januari a.s.
Niet dat hij er iets tegen heeft, maar erg vóór is hij ook niet.
"Waarom wel met hèn en niet met anderen.", dat zat er bij hem achter. Hij heeft -met zijn hervormde achtergrond- dan ook geen ervaringen met de vrijgemaakten. Hij niet en zijn familie niet.
Hij heeft ook niets goed te maken en hij snapt dat enthousiasme van sommigen van ons dus niet zo.
Laat staan de ontroering van die éne als hij aan veertig jaar geleden denkt.

"Waarom zouden we?"
...denk je soms, als er weer een schitterend plan voorbij komt op de kerkenraad.
Mooi hoor, maar bewerkelijk. "Hebben we het zonder die plannen al niet druk genoeg?"
Je vraagt je bezorgd af, hoeveel tijd er hier nu weer in gaat zitten.
Tijd waar je niet zoveel van hebt, dat je het maar overal aan kunt besteden.

"Waarom zouden we?"
... denk je als je die dakloze weer bij de Albert Heijn ziet staan.
'Waarom zou ik een krantje van hem gaan kopen?' Laat hij gaan werken, dan haalt hij veel meer binnen.
Hou ik hem juist niet van zijn werk, als ik hem steeds maar wat toestop. Je kunt ook té lief voor iemand zijn!'

En, soms wordt je, als je naar je agenda kijkt, in eens overvallen door felle zuinigheid.
'Meer tijd krijgen ze niet van me!" is de enige gedachte die nog boven komt.
Al het andere valt er tegen weg.
Waar je maar weinig van hebt, daar ben je zuinig op. Natuurlijk!

En toch hè, vanmiddag luisterde ik naar een Podcast van het radioprogramma Andries. Daar hoorde ik Annemieke Niggebrugge vertellen over 'haar' opvanghuis voor verslaafden in Leiden. Een initiatief van Annemieke en haar man. Ontstaan na een periode dat haar man op zijn fiets naar zijn werk ging. En al fietsend zag hij dingen die hij eerder niet zag. En de verslaafden die hij op 'Perron Nul' van het Station Leiden kon zien overleven, raakten hem diep. Hij kon daar niet aan voorbijfietsen en al snel stonden hij en zijn vrouw met een pannetje soep en witte en bruine bolletjes bij de verslaafden op het perron. Nu na zeven jaar vinden meer dan honderd verslaafden eten en onderdak in hun opvanghuis 'De Schuilplaats'.
Annemieke heeft in die periode nooit iemand van dat 'wereldje' los zien komen.
Je kunt met goed recht zeggen dat de verslavingsproblematiek in Leiden en omgeving er niet door verminderd is. Hier zou je dus ook kunnen zeggen: "Waarom zouden ze?"
En toch heeft zij zich die vraag nooit gesteld, ze zou het -integendeel- niet meer willen missen: "Ik ga graag naar de Schuilplaats" ... "Het pept me op en geeft me energie", zegt Annemieke:  "Je wordt er zelf zo door gezegend, zo door opgepept, ik zou er niet meer buiten kunnen".

Je kunt aan haar horen dat dit geen goedkope 'peptalk' is. Al dat werk en al die tijd die Annemieke en haar man samen met anderen in hun opvanghuis hebben gestoken, komt niet alleen die verslaafden ten goede, maar ook hen zelf.
'Goed bestede' tijd, levert dus meer op dan zorgvuldig bewaakte 'vrije tijd'. Want ik ga er vanuit dat zij en haar man er heel wat 'vrije tijd' in hebben zitten.
En ik denk dat dit zo is omdat zij bezig zijn met dingen waarvoor wij mensen bedoeld zijn.
'Heb God lief... en je naaste als jezelf', hoor je onze Heer citeren [Mat 22,37 e.v.]. En Hij voegt er het commentaar aan toe dat van die liefde alles afhangt. Het is de schanier waarom het draait in de Bijbel.
Het verbaast me niet dat dat deze aan liefde bestede tijd een recreatiever effect heeft dan veel van onze 'vrije tijd'. Want wat je bij je bestemming brengt, bouwt je op.

Is dat niet het antwoord op de vraag "Waarom zouden we?"
"Omdat we er voor geschapen zijn! En omdat het (ons) dus goed doet!"
Daarom koop ik maar weer een krantje bij mijn dakloze. Hij wordt er niet minder dakloos van, maar we wisselen méér uit dan alleen geld en een krantje. En dat 'goed' nemen we er beiden van mee.
En die schitterende plannen op de kerkenraad zijn natuurlijk ook niet bedoeld als tijdverslinders, maar om inhoud te geven aan onze opdracht om eerst het Koninkrijk te zoeken. Daar worden we dus rijker van.
En die dienst met de vrijgemaakten dan? Ach, de meesten van ons zullen er niets mee goed te maken hebben. Het was 'vóór onze tijd' of 'buiten onze kring'.
Maar zelfs al heb je niets goed te maken, in die dienst komen gelovigen weer samen die bij elkaar horen. En dat na een lange tijd van gescheiden optrekken. Dat is een invulling van liefde zoals onze Heer het graag ziet, meer nog zoals Hij het wil. Daar aanwezig te zijn is toch goede bestede tijd en de moeite waard.
Je neemt er vast veel van mee naar huis
Wie weet is het een voorbode van nog veel meer goeds?

Ik wens ons het komende jaar veel van dit soort 'gezegende tijd.' toe.
Veel heil en zegen in 2010!

dinsdag 8 december 2009

Oom Jan




Oom Jan was één van mijn favoriete ooms. Toen wij kinderen waren, was het een feest als hij en tante Neel langs kwamen. Want hij bracht altijd iets mee: een mooi verhaal, een schaterende lach en heel veel aandacht voor ons. Dat voel je als kind en dat vind je fijn.
Hij vond het leuk om ons vragen over de Bijbel te stellen en het dan nog leuker als wij het antwoord ook nog wisten ook. Hij ging echt vér, zelfs de dochters van Selofchad werden in de strijd geworpen. Maar die kenden we ook! Hij was stomverbaasd, wij niet, wij leerden op school uit de deeltjes van de methode 'Naam en Feit'. Eigenaardig zo'n bijbelvaste oom? Helemaal niet, oom Jan was dominee!

Heel vaag herinner ik me dat hij bij ons in de vrijgemaakte kerk van Niezijl preekte. Prachtig natuurlijk: je eigen oom Jan op de preekstoel! Alleen, na een tijdje preekte hij niet meer bij ons. Als kinderen begrepen wij niet waarom. Aan onze ouders merkten we dat er iets gebeurd was zodat dit niet meer kon. Dat vonden wij jammer, want oom Jan was net zoals altijd, dus waarom kon hij dan niet meer bij ons komen preken?
Later begrepen we dat dit zo was omdat oom Jan Nederlands Gereformeerd geworden was. En dat was een andere kerk.

Als jongere probeerde ik te begrijpen wat er gebeurd was. Maar dat werd me niet echt duidelijk: er was iets met de belijdenis en met een Open Brief en dat veroorzaakte een scheuring. Alleen, ook toen, leek oom Jan mij niet veranderd in zijn opvattingen. Toen ik theologie ging studeren, ben ik eens naar hem toe geweest om hem zelf te vragen wat zich voorgedaan had. Hij keek me wat triest aan: 'ik wilde niet kiezen vóor of tegen de Open Brief en toen werd er voor me gekozen.' Meer wilde hij er eigenlijk niet over kwijt.

Maar naarmate ik me tijdens mijn studie verdiepte in wat wij 'de zestiger jaren' noemden, werd het me het niet helderder. Tsja, je vroeg je wel eens af waarom mensen zich op een bepaalde manier hadden gedragen, maar inhoudelijk werd het eigenlijk niet duidelijk. Ook ná de colleges daarover niet : veel hitte, weinig helderheid. Veel van mijn medestudenten zagen dat net zo! Christus was nooit in het geding geweest. En dat bleek ook: die 'aparte' Nederlands Gereformeerde Kerken bleven gewoon Christus belijdende kerken. Natuurlijk kun je het dan oneens zijn, maar uit elkaar gaan?
Ik begon me dan ook meer en meer te schamen voor die onbegrijpelijke scheuring. De drie predikanten in onze familie waren allemaal Nederlands Gereformeerd geworden, maar als je hun verhaal hoorde dan was het meer dat ze uit de Vrijgemaakte Kerk geraakt waren. Niet zozeer een keus maar meer een lot.


Vlak voordat ik afstudeerde ben ik  naar oom Jan gegaan en heb hem gevraagd: 'vindt u het erg als ik dominee wordt in de kerken die u geschorst hebben?' 'Waarom wil je dat?', vroeg hij. 'Ik wil Christus dienen', zei ik. 'Dan moet je dat doen.' zei hij. En als ik hem dan vertelde hoe weinig van mijn collegastudenten de scheuring begrepen, keek hij -normaal gesproken een blijmoedige man- me een beetje triest ongelovig aan. 'Zou het dan toch nog goed komen?', vroeg hij zich hardop af. Toen ik afstudeerde in Kampen, was hij er bij in onze Theologische Universiteit. Dat moet voor hem toch ook niet gemakkelijk geweest zijn, maar blijmoedig als altijd besloot hij er gewoon van te genieten

Sinds die tijd stelde ik me vaak voor hoe het nog eens goed zou komen tussen onze kerken en hoe oom Jan en ik elkaar dan in de armen zouden sluiten. Hij heeft het helaas niet meer meegemaakt: in 2004 is hij overleden.

Op 17 januari 2010 vieren de Vrijgemaakte Kerk van Barneveld-Voorthuizen en de Nederlands Gereformeerde Kerk van Voorthuizen-Barneveld in een gezamenlijke dienst dat we elkaar weer als broers en zussen in Christus kunnen zien. Natuurlijk, want dat zijn we altijd gebleven, dat wist ik allang.
Bijzonder dat we nu dan toch eindelijk ook weer samen kerken.
Jammer dat oom Jan het niet meer mee kan maken.