dinsdag 24 augustus 2010

Een relatie die je rijker maakt

"Het onderwerp waar wij mee bezig zijn - God leren kennen - , zal het hart van elke christen sneller laten kloppen. Maar mensen die louter formeel met ‘godsdienst’ bezig zijn, zal het nauwelijks raken. Misschien blijkt juist daar wel uit, of iemand is wedergeboren."
J.I. Packer, God Leren Kennen, p. 28


Het is ruim twintig jaar geleden dat ik kennismaakte met J.I. Packer, een van oorsprong Britse Anglicaan die in Canada terecht gekomen is. Een persoonlijke kennismaking is het nooit geworden, maar het zat er wel dichtbij toen ik zijn boek 'God leren kennen'  las. Een zelfstandig christen bij wie grondige bijbelkennis samen op gaat met een enthousiast en vurig geloof (zie citaat boven). Een boeiende combinatie die je ook bij zijn leermeester C.S. Lewis tegenkomt.

Op dit moment ben ik zijn De belofte van de herder (2009) aan het lezen dat hij samen met Carolyn Nystrom schreef. Het gaat over 'Gods leiding in onze keuzes'. Nou ja, daar zijn we met zijn allen nogal mee bezig.
Dit boek is niet altijd heel gemakkelijk te lezen. Ik ben er nog niet helemaal achter waardoor het komt. Is het de vertaling? Heeft het te maken de leeftijd van de schrijver (hij is inmiddels 84!)? Maar ondanks dat wordt je er beslist rijker van. Packer geeft je zijn heel zelfstandige kijk op de leiding van God. En hij zou zichzelf niet zijn als hij dit thema niet breed en diep zou bespreken. Je vaart met hem langs een gevarieerd landschap van thema's, die allemaal met leiding te maken blijken te hebben.

Onze Heer gebruikt heel wat verschillende middelen waarmee Hij ons leidt. Eén ervan is de christelijke gemeenschap. Volgens Packer zet God ook de gemeente in bij het leiden van zijn kinderen. Maar dan moet die wel functioneren op de manier waarop God die bedoelde:
Voor velen van ons is gemeenschap niet meer dan een kop koffie of thee en een ontspannen praatje voor of na de kerkdienst of een andere christelijke bijeenkomst. Als we er zo over denken, zal de suggestie dat je wijze raad zult vinden door deze gemeenschap te raadplegen, weinig overtuigend zijn (167v). Scherp maar wel waar! Beleefdheid en vriendelijkheid schept nog geen vertrouwensband. Al is het een goed begin ervan.
Maar wat is gemeenschap dan wel? Gemeenschap is het resultaat van een manier van leven als je (samen WD) deelt wat God ons allemaal gegeven heeft. Ik geef jou wat ik kan delen, jij geeft mij wat jij kunt delen en we zullen beiden meer verrijkt en bemoedigd zijn dan hiervoor (168).
Mooi hè! 't Maakt me benieuwd wat onze God allemaal in petto heeft via onze broers en zussen in de gemeente. Want het is juist Christus, die zijn mensen helpt door zijn mensen.

Ja als dat zo is, dan doe je jezelf en de anderen wel tekort als je direct naar huis rent na een kerkdienst.
Beter nog even gebleven, wie weet wat je nog meepikt ná de dienst. 't Wordt hoog tijd dat we in de hal zitjes en bankstellen neerzetten. Zo kun je bij het geven en ontvangen van de kado's van Christus even gaan zitten.
Wel zo comfortabel.

n.a.v. J.I Packer en Carolyn Nystrom,
De belofte van de herder. Gods leiding in onze keuzes, Kampen: Voorhoeve 2009.

woensdag 18 augustus 2010

Het gelijk van New Wine?


De laatste week van onze vakantie brachten we door op het festivalterrein van Walibi, midden tussen de duizenden andere bezoekers van de zomerconferentie van New Wine. Hartverwarmend als het gaat om het onderlinge contact en de gesprekken. Maar de ervaring leert ons dat New Wine zijn eigen cultuur van lofprijzing en aanbidding heeft, zoals andere (kerkelijke) groepen die ook hebben. De 'vanzelfsprekendheid' van deze lofprijzingsmode kan een goed gesprek daarover in de weg staan. Goed om ook over deze vormen in gesprek te blijven. Dat levert vast winst op. In dit kader vond ik de reactie van Gerdienke dan ook verrijkend (zie vorige Blog, overigens voor de andere ben ik ook dankbaar!). Door haar uitleg begreep ik nu eens van binnenuit wat je kunt denken en voelen bij  de 'geheven handen' bij het lofprijzen. Ik zie dat het zo echt wat kan toevoegen.
Ook over andere zaken zou ik graag nog verder doorpraten, omdat ik nog niet overtuigd ben van de bijbelse noodzaak ervan.



Als ik dat laatste zinnetje teruglees, ziet dat er gelijk loodzwaar uit. Goed om hier te schrijven dat ik dit niet bedoel als een veroordeling, om mensen tot zwijgen te brengen. Integendeel, ik wil het gesprek erover nu juist graag bevorderen. En dat gesprek beschouw ik als een gesprek tussen broertjes en zusjes van dezelfde familie. Want dat is me duidelijk: we horen allemaal bij dezelfde partij: die van de Heer Jezus Christus.


Maar en dat leert de ervaring :-) me. Je kunt je ook tussen je eigen familieleden verlegen voelen worden. Mij gebeurde dat op de zomerconferentie bijna altijd wanneer sprekers en aanwezigen van Gods bijbelse spreken omschakelden naar het 'onmiddellijke spreken van de Geest'. 
Bij het bijbelse spreken van God zijn spreker en luisteraars allemaal gelijk. Wij zitten als het ware samen luisterend aan de voeten van God. Je leest een bijbeltekst (mee) en laat die op je inwerken. Daar kun je met elkaar over in gesprek raken. Je kunt ook onder de indruk komen van het inzicht dat een medegelovige in het Woord van God heeft (gekregen). Je kunt het er ook niet mee eens zijn, je staat immers op dezelfde hoogte als je medemens. Maar ook dan helpt het je het Woord van God beter te begrijpen. Al luisterend en sprekend worden al je menselijke vermogens ingeschakeld om mee te denken, te kijken en te voelen met het Woord van God. Zo vormt de omgang met het Woord je. Daarin herken je het werk van de Heilige Geest die al onze (van God gekregen) menselijke vermogens activeert om onze Heer beter te kunnen volgen én die ons als gelovigen aan elkaar verbindt om elkaar te dienen in het luisteren naar (en volgen van) Gods Woord. Ik ben dankbaar voor alle leermomenten die de zomerconferentie van New Wine me geboden heeft. Of het nu instemming of reactie was, altijd ben ik rijker van geworden.


Maar ik ben nog steeds verlegen met 'het onmiddellijke spreken van de Geest', zoals ik dat op de zomerconferentie meemaakte. Mijn medechristen verandert op dat moment in een boodschapper van God met een bericht of een ingeving die rechtstreeks van Hem afkomstig is. We staan niet meer op hetzelfde niveau samen voor God, maar hij (of zij) staat als boodschapper tussen mij en God in.
De gedachte is indrukwekkend: God heeft een boodschap voor mij persoonlijk. En daar is een gelovige (dus ook ik) gevoelig voor, omdat ik graag persoonlijk door God aangesproken wil worden. Uit de Bijbel weet ik dat dit ook zo kán. Christenen uit alle tijden krijgen directe boodschappen van God. Dát maakt me niet verlegen.
Wél het feit dat je dit kennelijk kunt organiseren in een samenkomst en ook dat ik het moment van toetsing mis. 


Komt de Geest altijd met een boodschap als wij er voor klaar gaan staan? Op de zomerconferentie wel. Zodra er bijv. ministry is, spréékt de Geest (in beelden, ingevingen en woorden). Is dat eigenlijk altijd zo, maar missen wij het doorgaans omdat we er niet op letten? Maar als de Geest zo onafgebroken aan het Woord is in bijzondere, persoonlijke boodschappen, lopen we dan niet het risico dat onze aandacht helemaal opgaat in deze persoonlijke openbaringen, ten koste van de bijbelse openbaring? (Ik zie in de praktijk de directe link tussen deze twee nl. lang niet altijd). Dreigt de verhouding tussen de bijbelse boodschap en de persoonlijke boodschappen op bepaalde momenten niet helemaal zoek te raken?
Daar komt bij dat mijn medegelovige - ook als kind van God-  een kwetsbaar mens blijft! Hoe weet ik nu dat het geen andere geest is die via hem spreekt (dat overkwam zelfs Petrus, Mat. 16,23)? Of dat de bron van de boodschap ergens diep in haarzelf ligt? De ruimte om de boodschap te toetsen, die ik anders wel heb, valt ineens weg.

Jazeker in de seminars benadrukt men keer op keer dat men verstandig en voorzichtig moet zijn in het uitdelen van boodschappen van God. Maar als ontvanger heb ik daar niet zo veel aan. Ik sta als mens voor een ander mens, die mij zegt een boodschap van God voor me te hebben. Ik moet in een splitsecond beslissen of ik dit een als boodschap van God aanvaard. Maar hoe kan ik dit weten als ik niet kan toetsen? Mijn ervaring met mensen (zie mijn vorige Blog) heeft me geleerd, dat die vaak de zwakke schakel zijn in het doorgeven van Gods boodschap.


Kortom, dit is een zo kwetsbaar proces, dat ik er tot nog toe niet in slaag er in de praktijk goed mee om te gaan. Het resultaat is dat ik op New Wine niet zelden verlegen ben met de situatie omdat ik mijn verantwoordelijkheid niet langer kan nemen. Voorlopig blijf ik daarom nog op een afstandje staan kijken en vertrek vervolgens stilletjes uit de tent omdat ik de anderen niet wil storen in wat voor hen diepe overtuiging lijkt. En vraag ik me af: hoe raken zij toch zo overtuigd?

dinsdag 10 augustus 2010

De kwetsbaarheid van New Wine


De laatste week van onze vakantie brachten we door op het festivalterrein van Walibi, midden tussen de duizenden andere bezoekers van de zomerconferentie van New Wine. Hartverwarmend als het gaat om het onderlinge contact, maar regelmatig overviel me daar toch ook een gevoel van verlegenheid.


Ik ben nl. opgegroeid binnen de Vrijgemaakt Gereformeerde Kerken. Als dat wel eens ter sprake komt -ik ben inmiddels ex-vrijgemaakt- wil men nogal eens meelevend reageren met de vraag: 'Zo en hoe heb je dat ervaren? Want voor velen is de vrijgemaakte kerk nog altijd de kerk waar men van mening is dat men 'de enige ware kerk is.' En men kan zich niet voorstellen dat je in zo'n klimaat zonder kleerscheuren opgroeit.
Nou ja, ik vond het nogal meevallen. Mijn ouders zijn milde mensen, die dat 'enige ware' nu niet aldoor liepen te benadrukken. Verder zijn er maar weinig vrijgemaakten die ik daar heel zwart-wit over heb horen spreken. Ze waren er wel, maar dat waren toch de uitzonderingen. Zoals je in iedere groep wel uitersten kunt horen.
Maar al werd het dan allemaal wat milder geformuleerd, men was toch wel degelijk van mening dat je maar het beste vrijgemaakt kon zijn: er waren eigenlijk geen kerken die de vergelijking met 'onze kerk' konden doorstaan. Praktisch functioneerde dat ook zo: de vrijgemaakten leefden vanuit het principe dat je daarom maar het beste met eigen volk kon omgaan. Je kerkt niet alleen samen, als je de keus hebt leef je ook met elkaar. Dus kwamen er 'eigen' vrijgemaakte scholen, een 'eigen' krant en nog een hele rits andere 'eigen' organisaties tot de GTCC (de Gereformeerde Tour en Caravanclub aan toe) om vertrouwd samen op vakantie te kunnen.
Natuurlijk was niet iedereen van alles lid, maar het bezoek van vrijgemaakte scholen, een abonnement op het Nederlands Dagblad en het lidmaatschap van de eigen politieke partij (het GPV) waren toch redelijk vanzelfsprekend onder meelevende vrijgemaakten.

Wanneer je binnen zo'n gemeenschap opgroeit, heb je natuurlijk wel eens je vragen bij de gangbare mening. Maar het 'gelijk van de groep' weegt zwaar. En daarmee bedoel ik echt niet dat er sprake zou zijn van een soort groepsterreur (al is dat ook wel voorgekomen), maar wat 'men vindt' heeft wel degelijk invloed op je. Je oriënteert je immers op de groep waarbij je hoort en al heb je zo je vragen, je geeft ze je vertrouwen. Al kun je het niet altijd direct volgen, 'ze zullen dit toch niet zomaar beweren!'. Als jongere vermoed je bij je vooraanstaande kerkgenoten een hoop levenservaring en het inzicht in de Bijbel dat je zelf nog zo mist. Velen zijn je lief en dierbaar en je neemt hun overtuigingen daarom al serieus.
Toen ik in de jaren tachtig theologie ging studeren in Kampen was dit 'vrijgemaakte denken' nog zo vanzelfsprekend dat er eigenlijk weinig aandacht aan besteed werd. We zijn toch immers gereformeerd!", heb ik iemand wel eens horen zeggen. Het gold kennelijk als het vanzelfsprekende gelijk van de vrijgemaakt gereformeerden.

Toen ik in de jaren negentig afstudeerde was dit denken zo veranderd, dat één van de jongere hoogleraren me op mijn vraag ernaar 'of the record' toevertrouwde dat "het 'ware-kerk-denken' natuurlijk een denkfout is." Het kan verkeren!
Het heeft me getroffen hoe binnen de vrijgemaakte kerken het denkklimaat ineens veranderde. Wat men ons jongeren jarenlang als het min of meer vanzelfsprekende, vrijgemaakte, principiële, gelijk voorleefde, was ineens 'natuurlijk niet zo'. Het klonk bijna een beetje als: 'dat was natuurlijk nooit zo geweest'. Het staat mij niet voor geest dat men in het openbaar echt afscheid genomen heeft van het oude vrijgemaakte denken, eerder dat men nog eens 'uitlegde' hoe 'dit natuurlijk nooit zo geweest was.': een nieuwe groepscultuur met een nieuw eigen gelijk. (Maar het kan zijn dat ik het officiële afscheid van het oude vrijgemaakte denken gemist heb!).
Feit is dat sinds de tweede helft van de jaren negentig de meeste exclusief vrijgemaakte organisaties in een rap tempo begonnen te verdwijnen, vrijwel alleen het vrijgemaakte onderwijs is nu nog over.
In de jaren daarna heb ik nog vaak gemerkt hoe de mensen op het grondvlak van de kerk nog onversneden vrijgemaakt dachten en er ook vanzelfsprekend vanuit gingen dat ik er ook wel zo over zou denken.  Dat moest natuurlijk wel spanning gaan opleveren.

Hoewel sommige veranderingen ten goede zijn heeft, de wijze waarop dit gebeurde heeft  mijn vertrouwen in een strak geleide groepscultuur flink aangetast. Zeker in  'de vanzelfsprekendheden' binnen een groep. Hoe vanzelfsprekend zijn onze opvattingen eigenlijk? Gods Woord is betrouwbaar, maar wij mensen zijn dat veel minder. Zoals Jeremia schreef: 9 Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie zal het kennen? (Jer 17:9 NBV). Wij lezen in de Bijbel al snel het eigen gelijk terug. Dat geldt voor mij en ook voor de andere bijbellezers. We kunnen dus maar beter met elkaar in gesprek blijven. En dat is precies de bedoeling van deze Wieblog.

Want in charismatische kringen treft me opnieuw de groepscultuur. We doen nieuwe dingen omdat zoveel anderen er enthousiast over zijn en ze ook doen. En als iedereen het doet moet je sterk zijn om daar niet in mee te gaan. Zo zie ik onder bezoekers van de New Wine samenkomsten steeds meer handen de lucht in gaan en steeds meer mensen dansend, springend en klappend een feestje vieren op het ritme van de band. Waarom? Omdat iedereen het doet of uit overtuiging? Heb je dan bezwaar tegen die handen? Nee, maar ik ben ook nog niet overtuigd van de noodzaak! En het dansen, springen en klappen? Tsja 't kan natuurlijk, maar waarom doen we het zo? Het doet me bij tijden ook wel sterk denken aan de sfeer op één of ander 'dancefestival' en daar kan ook een heel ander levensgevoel in meekomen?
Er is wel beeld, maar niet altijd ondertiteling.

Feit is dat als iedereen het doet, zo ontdek ik weer, de groepscultuur- hoe vriendelijk ook- zwaar weegt.
Je wil alleen al het feest van al die lieve mensen om je heen niet verstoren.
Overigens, de eerlijkheid gebied me te schrijven:  New Wine is mildcharismatisch: men claimt je niet, maar laat je de vrijheid. Hoewel, de uitnodiging dringend kan zijn. Het risico is dus niet denkbeeldig dat je er in laat meeslepen. Je wil de ervaringen en getuigenissen van die anderen serieus nemen. Het zijn toch je broers en zussen in de Heer! Aardige mensen en intens met hun geloof bezig!
En dat wordt natuurlijk nog serieuzer als het gaat om gebedsgenezing en profeteren. Men probeert je goed uit te leggen waarom men deze overtuiging heeft, maar men is naar mijn overtuiging vervolgens wel erg vlot  met de uitnodiging om het 'maar gewoon te gaan doen'. Het is voor mij echt de vraag of je zo met God mag omgaan! Maar het zijn diezelfde aardige, gelovige, mensen die het je vragen.
Maar mijn vraag blijft: ga je er in mee omdat je er zelf van overtuigd bent geraakt of ga je mee met de groep?
Want de druk van de groep - misschien wel juist van een heel fijne groep mensen- moet je niet onderschatten.
De setting waarin dit denken wordt aangeboden - de groep- maakt het geheel wel kwetsbaar.
Want al ben ik overtuigd van de goede bedoelingen van New Wine, ik ben nog niet overtuigd dat sommige New Wine praktijk ook een noodzakelijk uitvloeisel van het bijbelse gedachtengoed is.
Maar daarover een volgende keer meer.

dinsdag 3 augustus 2010

De kracht van New Wine



De afgelopen week hebben we met tenminste 72 gemeenteleden op een kampeerterrein in Biddinghuizen gestaan voor de jaarlijkse zomerconferentie van New Wine.
't Was niet een heel mooi kampeerterrein: de sanitaire voorzieningen waren aanvaardbaar, maar toch wel de minst comfortabele die ik de afgelopen zomer heb meegemaakt. En ik kan vergelijken: tijdens de 1500 km die ik deze zomer gefietst heb, heb ik op heel wat campings gelogeerd (17 in totaal). Nergens heb ik zover moeten lopen als hier. En ook heeft het al die weken niet zo geregend als juist deze afgelopen week. Waardoor het er binnen en buiten de tenten niet beter op werd. Aan het einde van de week was alles klam.
Maar ondanks dit alles had ik deze week toch niet willen missen!

Welke kracht maakt zulke omstandigheden acceptabel? De warmte van het samen optrekken met zoveel broers en zussen uit de gemeente! Je denkt elkaar wel aardig te kennen, maar in zo'n week maak je elkaar toch van een heel andere kant mee. Tijdens een regenbui zit je zomaar samen te ontbijten in de partytent (de meest aangename plek tijdens een stortbui), je hebt plezier om elkaars uitrusting (een enorm luchtbed of een vrijwel onoplosbare puzzel van een tent) en de gesprekken over van alles en nog wat. Niet in het minst over je geloof en je ervaringen met de Heer. Zelfs met mensen die je goed meent te kennen, bespreek je belevenissen die je toch nog niet van elkaar wist. En daar heb je achteraf geen spijt van: het was juist heel verrijkend. En de anderen leer je beslist beter kennen. En als je denkt: ik ga op deze verrassend mooie avond voor mezelf eens even lekker een hoofdstukje uit mijn boek lezen, moet je niet verbaasd zijn als er binnen no time een heel aantal van je buren vastbesloten  hun stoeltjes om je tafel zetten. En achteraf was dat veel interessanter dan dat hoofdstuk ooit had kunnen zijn. Tijdens zo'n week kom je als gemeenteleden eindelijk eens thuis bij elkaar. En dat is wat waard! Meer dan dat, het is precies wat de Heer Jezus graag wil dat we doen en de zegen daarvan ervaar je dus ook heb ik gemerkt!

Toch is dit nog niet alles. Hadden we samen op een andere camping gestaan: we waren naarmate de week vorderde langzaam en enigzins verveeld steeds verder in de modder weggezakt. En dat zou niet aan de camping gelegen hebben, maar zonder het New Wine programma en de pakweg 3000 medekampeerders, waren we nooit zo geïnspireerd in gesprek geraakt. We hadden ook wat om over te praten!
Om de kring van je eigen gemeente, staan die van andere gemeenten: Oase, de PKN van Nigtevegt, een groep verdwaalde  Belgische gelovigen, honderd vrijgemaakten uit Arnhem .... Je bezoekt samen seminars, spreekt elkaar op het dorpsplein en zingt met elkaar in de grote tent en hoe! Soms lopen de koude rillingen je over de rug. Wat je in het klein al merkte, is ook zo in het grotere verband: je komt als gemeenten ook bij elkaar thuis. Je merkt dat je dezelfde Heer hebt.
Dat is de kracht van de zomerconferentie van New Wine!