woensdag 29 september 2010

Kwetsbaar wereldbeeld


Twee van mijn neefjes  worden werkelijk niet goed als ze vermoeden dat iets varkensvlees is.
Voor hen is het echt misselijkmakend! Dat heeft alles met hun opvoeding te maken: ze hebben geleerd dat varken onrein is, want ze zijn van Joodse afkomst. Die overtuiging zit bij hen zo diep, dat ze zelfs een sterke lichamelijke reactie krijgen als ze ergens varken vermoeden.
Een enorm contrast met het verheerlijkte gezicht van mijn vader als hij zich gnuivend voorbereidde om die smakelijk gebakken karbonade eens soldaat te gaan maken.
Wat een overtuiging niet met je kan doen! Die kan blijkbaar zelfs je smaak beïnvloeden!

De Britse theoloog Tom Wright is van mening dat dit soort overtuigingen niet op zichzelf staan. Ze passen in je kijk op de wereld, je wereldbeeld. Dat is je totaalvisie op het leven. Dit zit bij de meeste mensen zo diep, dat ze zich deze helemaal niet zo bewust zijn. Hun kijk op het leven is 'vanzelfsprekend'. 'Natuurlijk is iets zo, dat is toch 'normaal'! Deze fundamentele overtuiging zit dieper dan je gedachten en zelfs je gevoelens, je denkt er niet meer over na. Het is een meestal onzichtbare drijvende kracht in je leven, net zoiets als de wind in de rug als je fietst.
Maar dit wereldbeeld is wel degelijk aangeleerd. Door de invloed van je ouders, familie, vrienden, dorpsgenoten en medekerkleden is het langzamerhand - diep in jezelf- ontstaan en stuurt het je doen en laten. Hun verhalen, gewoontes en voorbeelden hebben invloed op je wereldbeeld. En dat wereldbeeld bepaalt in belangrijke mate je levensstijl.

Onder christenen  is een bepaalde levensstijl  jaren vanzelfsprekend gebleven. Zelfs toen grote groepen in onze samenleving  anders gingen leven, hielden zij vast aan wat ze als goed bleven zien. Het bijbelse wereldbeeld bleef vanzelfsprekend hun levensstijl sturen.
Maar de laatste jaren merk je dat ook onder 'ons' andere gewoonten zichtbaar worden. Om een voorbeeld te noemen: de kijk op relaties is snel aan het veranderen. Samenwonen  wordt steeds vaker als heel gewoon gezien. Voor sommigen is dit zo vanzelfsprekend geworden dat ze geen enkele reden zien om er nog over in gesprek te gaan. Het is 'normaal' geworden. Je merkt dus dat hun wereldbeeld veranderd is, zo diep zit het!
 
Je moet wel tot de  conclusie komen dat er andere verhalen dan die uit de bijbel en andere gewoonten dan de bijbelse zijn die invloed op ons hebben gekregen en die ons  wereldbeeld van binnenuit aan het veranderen zijn. Maar dat zijn we ons helemaal niet zo bewust, dat is typisch voor een wereldbeeld. Je merkt het pas aan ons gedrag, dat met dat wereldbeeld mee verandert.
Welke verhalen en gewoonten hebben tegenwoordig  zo'n grote invloed op ons gekregen? En waarom? Passen ze eigenlijk wel bij het bijbelse wereldbeeld dat eerder zo bepalend voor ons was? Of zijn ze er vreemd aan en veranderen ze ons - zonder dat we ons dit echt bewust zijn- van binnenuit steeds meer in mensen met een niet -christelijk wereldbeeld en gaan we dus ook niet- christelijk gedrag vertonen?
Binnen de kerkenraad maken we ons zorgen over deze sluipende verandering in overtuiging en levensstijl. Over samenwonen zijn we dit voorjaar  aan een gesprek begonnen met de jeugdpastoraalwerkers. Deze maand zullen dat binnen de kerkenraad ook doen. We hopen er ook met jullie over in gesprek te gaan om ons zo opnieuw van ons wereldbeeld bewust te worden en wat daar invloed op heeft.

zondag 19 september 2010

Mijn vader


Op woensdag 8 september jl. overleed mijn vader, 76 jaar oud. We hadden er wel langer rekening mee gehouden, dat dit kon gebeuren. Het ging gewoon steeds slechter met hem. Maar hij leek zich er steeds weer bovenop te vechten. Zo vaak dat wij ook toen het nog slechter met hem ging, we ons zijn sterven maar nauwelijks voor konden stellen. Maar op die woensdagmiddag was hij er toch ineens niet meer: plotseling onvoorstelbaar afwezig.


Zijn sterven is op zich niet zo bijzonder (helaas). Dat wil zeggen voor anderen niet, voor ons natuurlijk wel. Nee, ik bedoel met die opmerking: elke dag sterven er dierbaren en we missen ze zeer.
Dát is niet bijzonder, zijn leven was dat wel.
Hij was nog geen 33 jaar oud toen hij betrokken raakte bij een ernstig auto-ongeluk. Hij raakte zwaar gewond . Hij overleefde het, maar hij zou nooit meer kunnen lopen. Na meer dan een jaar revalideren (Je vraagt je af hoe mijn moeder en hij het in deze tijd gered hebben) in een ziekenhuis in Amsterdam, kwam hij weer thuis in het Groningse dorp Niezijl, grofweg 200 km naar het Noorden. In een rolstoel! Naar huis gaan was hem afgeraden: mensen met zo'n zware handicap gingen in die tijd niet weer naar huis, maar naar een verpleegtehuis. Hij wilde wel naar huis en hij ging!

En zo reed hij op een dag de nieuwbouwwoning binnen (niet aangepast!), waar wij inmiddels naar toe verhuisd waren. Het heeft een tijd geduurd voordat mijn moeder en hij aan hun nieuwe rollen gewend waren. Zij moest nu ook zijn handen en voeten zijn en hij moest haar hulp leren accepteren. Daarin werden zij niet begeleid.
Met veel hulp van anderen, lukte het hen om een min of meer 'normaal' bestaan op te bouwen. Nou ja normaal, hun leven kwam weer wat in evenwicht, maar het was een zeer beperkte versie van het leven dat zij eerder hadden geleid.

Ze probeerden niet bij de pakken neer te zitten. En na een vruchteloos avontuur als sokkenbreier, ontdekte hij de elektronische schrijfmachine. Dat was een uitkomst. Hoewel hij alleen nog maar over zijn grove motoriek beschikte, kon hij deze machine met twee door hem zelf bedachte typestokken (twee pvc-buisjes met een rubberdop) bedienen. Al gauw zo snel dat het zakelijk interessant werd. Eenmaal gevestigd als Kopieerinrichting Dijksterhuis verzorgde hij type- en stencilwerk voor de wijde omgeving.
Van het één kwam het ander en zo rond 1970 - drie jaar na zijn thuiskomst!- begon hij Boekhandel Dijksterhuis. Van deze bloeiende zaak is hij tot 2001 de drijvende kracht geweest met mijn moeder en Ada Ramaker -een vriendin- als belangrijkste medewerkers.

Mijn broer en ik wisten niet beter dan dat onze vader in een rolstoel reed. En zagen er toen ook niets bijzonders in. Jongens uit de buurt werkten met hun vader mee, wij ook. Zij voetbalden met hun vader, wij organiseerden een rolstoelbehendigheidwedstrijd.
Al met al leefden wij een redelijk normaal leven. Wij hadden het goed thuis, daar zorgde mijn vader wel voor.
Achteraf realiseren we nu wel, dat het natuurlijk niet zo 'normaal' was bij ons thuis vroeger. Mijn vader was het zwaarst getroffen, maar ons hele gezin had een ongeluk gehad.
En dat is heel moeilijk te accepteren en ik vraag me af of hij het ooit heeft kunnen aanvaarden. Hij heeft er, denk ik, mee leren leven. Tientallen jaren na het ongeluk heb ik hem nog wel eens horen zeggen: "ik wilde dat de Here mij nog één keer mijn kracht zou teruggeven, net zoals Simson."

Maar hoe dan ook, mijn vader bleef actief. Als boekhandelaar, als boekhouder van de kerk, in de ondernemersvereniging, voor 'Dit Koningskind' enz. enz. Toen we een jaar of vijf geleden alles op een rijtje zetten, bleek hij er de hele tijd aldoor wat bijgedaan te hebben. Hij ontving voor al die activiteiten erkenning, toen hij in 2006 tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau benoemd werd.
De eerlijkheid gebied te zeggen dat hij dit natuurlijk nooit had kunnen doen, zonder mijn moeder en Ada.
Maar ja, alleen het gezicht dat de buitenwereld ziet wordt beloond, niet de mensen op de achtergrond.


Door de jaren heen kreeg hij regelmatig opnieuw last van zijn gezondheid. Maar hij kwam er altijd weer bovenop. Zelfs nadat hij in 1992 een werkelijk levensgevaarlijke maagbloeding kreeg. Hij leek zo sterk dat wij er aan gewend raakten dat 'hij er wel weer bovenop zou krabbelen'. Ook de laatste jaren.
Maar natuurlijk is dat niet zo, geen mens ontkomt aan het sterven. Ook hij niet!
Dat kan nog niet op deze wereld. Hij was aan het slot van zijn leven zo moe gevochten dat hij ook niet meer wilde blijven. Hij kon niet meer. Hij wilde naar 'huis', naar God. Woensdag 8 september werd het voor hem vrede.

En wij, wij proberen er aan te wennen dat hij er nu 'echt' niet meer is.
Maar daaraan zullen we wel nooit gewend raken.