donderdag 29 oktober 2009

Visie achter de schermen


Het is alweer een tijdje geleden dat we elkaar over onze visie gesproken hebben. Ergens in het voorjaar op een gemeentevergadering waar het beroepingswerk eigenlijk het hoofdonderwerp was. Er bleven toen nog zo'n 10 minuutjes over om nog even iets te zeggen over ons werk aan de visie. We noemden dat toen 'Stapstenen', omdat we er van uitgaan, dat er op elk van de zes pijlers die hierboven te zien zijn, nog verder gebouwd moet worden. Ze steken dus als stapstenen nog maar een eindje boven de grond uit. En dan ziet het plaatje er zo uit:
 

Het is dus al gauw een klein jaar geleden dat we met elkaar wat dieper over de visie doorgesproken hebben.
Dat waren goede gesprekken. Iemand typeerde ze als 'sparren met de kerkenraad'.

Ik zou me kunnen voorstellen dat de indruk ontstaat dat we nu niet meer zo bezig zijn met die visie. Zo werkt dat: waar je niet veel van hoort en (nog) niet veel van ziet dat bestaat niet (meer) voor je.
Maar voor ons als kerkenraad is de visie springlevend. In ons nadenken over de koers van onze gemeente naar de toekomst, denken we vanuit de visie. De verkiezing en benoeming van Kees van der Mark als missionair ouderling komt zo uit de visie vandaan lopen. En ook onze nieuwe pastoraal werker Jan van Raalte. Ieder thema proberen we vanuit de visie te beoordelen.

Maar wij (de kerkenraad) denken niet alleen vanuit de visie, maar ook over de visie verder. Wat wat in het visiedocument nog een hoofdlijn is, moet dagelijkse werkelijkheid worden in het reilen en zeilen van onze gemeente. En daar hebben we het over met elkaar!
De afgelopen twee vergaderingen hebben we doorgepraat over 'prediking' (in het kader van de stapsteen 'gericht op God') en 'kringen' (stapsteen: gemeenschap). Dat waren intrigerende gesprekken

Hoe ga je om met de preek in een tijd dat een preek opgevat wordt als straf? Je zult maar een preek van je ouders krijgen! En kunnen wij -luisteraars- nog wel omgaan met een toespraak van 20 minuten of meer, terwijl we bijna  nooit meer zo lang achter elkaar toegesproken worden. En wat te denken van de vraag: 'wie weet woensdag nog waar de preek van zondag over ging? Spannende gesprekken en belangrijke vragen: 'wat kunnen we doen om de werking van de preken te versterken?
En wat te denken van de kringen? Waar zijn we blij mee? Er waar minder? We hebben er als kerkenraad wat dubbele gevoelens over. En we stellen ons de vraag: wat kunnen we doen om verder aan de kringen te werken. Dat maakte ook heel wat bij ons los, toen we de laatste vergadering stopten met het gesprek, waren we nog lang niet uitgepraat.

Steeds merken dat we er ook graag met jullie, de gemeente, over door willen praten. Hoe beleven jullie het één en ander, welke ideeën hebben jullie? Naarmate onze plannen concreter worden, groeit de behoefte aan gesprek.
Vandaar dat we weer een aantal avonden van de kerkenraad met de gemeente op touw gezet hebben.


Kringen
Ouderling
Wanneer
Waar
  5 + 6
Br. Broekhuizen
11/11
Ackersate
  9 + 10
Br. Bouwman
12/11
Koppeling
  7 + 8
Br. Kokee
18/11
Ackersate
11 + 13
Br. van Steenbergen
19/11
Koppeling
jongeren
Brs. de Jong en Wolswinkel
25/11
Ackersate
12
Br. Fennema
26/11
Koppeling
  1 + 2
Br. Lakerveld
02/12
Koppeling

Kunnen we doorpraten: allereerst over de preek en de kringen.
We zien er naar uit om jullie daar te ontmoeten.
Dus hopelijk: Tot ziens!

donderdag 15 oktober 2009

1 op de 3 weg van God?


Afgelopen vrijdag verscheen de 'Najaarspecial' van het blad  Opbouw over kerkverlating, beter gezegd geloofsverlating.
Een indrukwekkend themanummer over een schrijnend onderwerp. Van alle kanten laten de auteurs hun licht erover schijnen: van een persoonlijk verhaal over hoe een zoon weggroeide van zijn geloof tot 'twaalf manieren om van je afdwalende kind te houden.'

Het is dan ook geen klein verdriet. Landelijke gezien verlaten zo'n 400 jongeren tussen 12-18 per maand de kerken. Per jaar 5000. Ad de Boer schat dat sinds het ontstaan van onze kerken in 1970 zo'n 7000 kerkleden uit de NGK zijn vertrokken met onbekende bestemming. Dat zijn er gemiddeld 179 per jaar. Alleen is het niet zo mooi evenredig verdeeld over de jaren. Het aantal vertrekkers stijgt met de jaren tot een voorlopige top in 2006, toen verlieten maar liefst 320 leden onze kerken. Sindsdien is het niet veel gezakt, afgelopen jaar waren het er nog altijd 297. Bijna 1% van onze kerkleden.

Het is ook geen vér verdriet. Ad beschrijft hoe uit onze eigen gemeente uit de generaties van 1959 tot 1984 van maar liefst 66 (van de 217) gezegd moet worden dat God niet zichtbaar meer een plaats heeft in hun leven. Dat is 1 op de 3! En dat betekent dat dit verdriet niet dat van de ander is, maar dat van ons. Het zijn onze kinderen, onze slapeloze nachten en het is onze brok in de keel bij een belijdenis of een doop.

Onlangs realiseerde ik me dat we het daarover niet zoveel met elkaar praten. Ja, als het eens te sprake komt, wanneer iemand naar je kind vraagt dat al een tijd niet meer in de kerk komt of zoiets. Maar verder? Zou het niet helpen als we daar eens met elkaar over van gedachten wisselden? Al kun je alleen je verhaal maar bij elkaar kwijt. En met en voor elkaar bidden! En niet te vergeten voor onze kinderen, broers en zussen. Niet alleen samen met die ouders, broers en zussen die al geconfronteerd zijn met het voldongen feit van het vertrek (hoewel dat weet je nooit!), maar ook met hen die zich bezorgd afvragen hoe dat met hun kind verder moet. Als je hier belangstelling voor hebt, stuur me dan een mail. Misschien kunnen we zoiets organiseren.

Mochten je geen lezer van Opbouw zijn. Als kerkenraad hebben we een aantal nummers nabesteld. Die zullen binnenkort wel in de hal liggen. Opbouw organiseert rondom dit thema een symposium in Zwolle (21 november). Verschillende sprekers, waaronder de bekende dr. W. ter Horst - de schrijver van diverse boeken over geloofsopvoeding - zullen daar het woord voeren. Ook is er gelegenheid om met elkaar door te spreken. Zie voor het symposium en voor aanmelding de website van Opbouw: Symposium geloofsverlating

vrijdag 9 oktober 2009

Stemmen in de stilte


Onze columnist Kijker is getroffen door de stilte. Dat kan ik me goed voorstellen: er is toch een hoop lawaai om ons heen. 's Morgens wordt ik vaak wakker met de constante dreun van de A1 of de A30 in mijn oren (net hoe de wind staat), even later slaat mijn wekkerradio aan en zo kan ik gemakkelijk de hele dag met geluid vullen. Natuurlijk dat is ook mijn eigen keus, maar er is ook gewoon heel veel geluid en hectiek om ons heen. Je moet soms heel nadrukkelijk naar de stilte zoeken.

En als het dan eens stil is, komt er ruimte voor andere 'geluiden'.
Gods boodschap vraagt niet zo lawaaierig om aandacht. Nou ja 's zondags dan, volgens Kijker.
Maar voor de rest niet zo. Dat heeft met de Gastheer te maken. De Geest is geen inbreker, Hij komt alleen op uitnodiging. En daar moet je de rust voor zoeken.
Als het dan eens stil is kan God heel indringend tot je gaan spreken. Eindelijk 'hoor' je Hem eens echt en dringt zijn boodschap tot je door.

Volgens Kijker spreekt God ook rechtstreeks via beelden en woorden in een stiltemoment. Ik ken dat eerlijk gezegd niet zo, maar ik denk dat het wel kan. In de Bijbel zie je dat ook gebeuren: mensen krijgen visioenen en profetieën. En nergens in de Bijbel wordt duidelijk gemaakt dat dit ná een bepaald periode niet meer zal voorkomen. Paulus beschrijft een kerkdienst in Korinte waar het allemaal gebeurd (1 Kor. 14,26 e.v.). Maar hij zegt er wel iets bij: Laat van hen die profeteren er telkens twee of drie spreken; daarna moeten de anderen het beoordelen (29)

Dat beoordelen van de 'stem van God' is wel heel belangrijk. Laat ik dat eens illustreren met een heel oud verhaal. Over Augustinus, een internationaal bekend christen uit de vierde eeuw, wordt het volgende verhaal verteld. Hij was eens aan het wandelen toen hij aan de overkant van de weg een man op zich toe zag lopen die druk in geprek was. Het vreemde was dat de man alleen liep. In die tijd kon een mobiel telefoontje nog niet de verklaring zijn van zijn 'gesprek in zichzelf zijn, dus stapte Augustinus op hem toe en vroeg hem: "beste man, met wie ben je in gesprek?". "O, ik praat met mezelf", antwoordde de man. "Pas maar op, zei Augustinus, "je spreekt met een slecht mens!"

Het is goed om de stilte te zoeken om beter naar God te kunnen luisteren. Maar als je op zoek gaat naar Gods stem in jezelf, wees je dan bewust dat er ook andere stemmen in de stilte te horen zijn.
Allereerst die van jezelf. Het is verleidelijk om wat je zelf graag wilt voor de stem van God aan te zien.
En dan zijn er nog andere stemmen die graag invloed op je willen krijgen. Daarom, verwacht in de stilte niet alleen de stem van God te horen. Je moet goed leren onderscheiden om te kunnen herkennen welke stem tegen je spreekt. Dat kán door wat je al van God weet uit de Bijbel en door te wikken en te wegen samen met je broers en zussen in Christus. Zij hebben de Geest tenslotte ook ontvangen.

Daarom, als het gaat om Gods spreken in de stilte: Onderzoek alles, behoud het goede
 (1Th 5:21 NBV)