donderdag 27 augustus 2009

In gesprek over de preek


De afgelopen weken ben ik op het prekenblog met meerdere gemeenteleden in gesprek geraakt over 'het toekeren van de andere wang'. Dat zit een heel aantal van hen niet lekker. In de poll kun je dat ook terugzien: het merendeel van de stemmers vindt het niet reëel om dát je kinderen te leren.
Toegegeven: wat de Heer Jezus hier vraagt staat op gespannen voet met onze (niet zelden bittere) realiteit. Toch denk ik dat er belangrijke redenen zijn om dit gebod niet op te geven en ons aan te passen aan deze realiteit. Maar daarover meer in mijn laatste reactie op het prekenblog.

Fijn dat we zo in gesprek zijn geraakt! Dat is één van de redenen voor dit prekenblog. Want het is moeilijk te preken zonder reacties. Dat heb ik altijd al gevonden en dat ervaar ik nog steeds. Hoe moet ik anders te weten komen hoe het is overgekomen en welke vragen het bij mijn luisteraars losmaakt? Dat is niet alleen een persoonlijke behoefte van me, maar ook noodzaak. Het is immers ook mijn taak de boodschap bij jullie te brengen. En dat kan ik alleen maar verbeteren door van jullie regelmatig te horen of die ook bij jullie aankomt.

Ik hoor wel eens van mensen, die hier moeite mee hebben. Zij hebben de indruk dat een dominee die reacties wil gebruiken om zijn boodschap aan zijn luisteraars aan te passen.
Nou ik kan ze gerust stellen, als ik dat zou willen, hou ik op termijn geen boodschap meer over natuurlijk. Want wat mensen willen horen weten ze zelf wel.

Nee, het is mijn opdracht en ook mijn wens Gods boodschap bij mijn luisteraars te brengen. Maar die boodschap moet wél bij jullie aankomen. En dat is niet alleen, maar óók mijn verantwoordelijkheid. En daarin neem ik een voorbeeld aan de apostel Paulus, die er de tijd voor nam om eerst eens een hele tijd door Athene te wandelen en zo een indruk te kreeg van zijn latere luisteraars (lees verder Han. 17).
Om rekening te houden met wat ik van mijn luisteraars te weten kom is net zo logisch als dat ik moet proberen om duidelijk en verstaanbaar Nederlands te gebruiken.

Daarom hoop ik op regelmatige reacties van jullie kant. Dat kan mondeling, via de site of via email. En weet dat ik dit niet alleen fijn vind, ik heb ze echt nodig om mijn werk beter te kunnen doen.
Trouwens, als er mensen zijn die mee willen werken aan een preekreactie groep dan verneem ik dat ook graag.
Zo, dan wacht ik nu maar af.

donderdag 13 augustus 2009

Alle tijd?

Gisteren waren mijn ouders op de dag af vijftig jaar getrouwd.
Dat is een hele tijd en natuurlijk hebben we met elkaar feest gevierd. Een feest waarop je samen dankbaar bent voor de tijd die we kregen, en dankbaar dat je elkaar nog hebt.
'Nog hebt'..., ja. Want ik kan me heel wat momenten uit die afgelopen periode herinneren dat we niet gedacht zouden hebben dat we dit jubileum ooit zouden meemaken. Wonderlijk dat het dan toch zover gekomen is.
'Nog hebt'...want toch was een groot deel van de familie er gisteren al niet meer bij: zij leven al niet meer. Zij treden alleen nog op op de foto's die we elkaar laten zien. En regelmatig moet de jongeren zelfs uitgelegd worden 'wie dat ook al weer was'.

Die nadrukkelijke afwezigheid van veel familieleden, schept om het feest heen een merkwaardige sfeer van herdenking. Dat maakt van zo'n jubileum een heel ander feest dan het feest waar je aan terugdenkt: de zorgeloze uitbundigheid van een bruiloft. Bijna iedereen is op de één of andere manier ook met het verstrijken van de tijd bezig.

Mijn dochter Hilde en ik zijn avonden drukgeweest met een fotopresentatie. Op de wat grauw geworden foto's van de bruiloft in 1959 zien we allerlei mensen die we niet of nauwelijks kennen en die toch met onze ouders verbonden zijn. En onwillekeurig vraag je je af hoe zij het feest van toen beleefd hebben. Hoe hebben zij het gevierd? Waar hebben zij de vinger bij gelegd?
Maar ook zie je en geniet je van de dierbaren die je wel heel goed meent te kennen. Maar ze zijn hier (nog) zo anders. Als je een beetje door de mode van toen heenkijkt, stralen je ouders van de foto af, als jongeren op een hyvespagina. Met hun broers en zussen zijn zij de nieuwe generatie van die tijd. Ze gaan energiek op weg, vol verwachting van wat er komt en vast ook vol plannen. Maar gisteren was een groot deel van die generatie er al niet meer bij. En je vraagt je af: wat is er van hun plannen terechtgekomen?

En je kunt er zelf niet buiten blijven. Want even verderop kom je zelf ook in de fotoserie voor. En hoe graag je ook van jezelf wilt denken dat je dan wel geen jongere meer bent, maar dan in toch ieder geval een 'oudere jongere', als je de foto's ziet moet je toegeven dat je de nadruk op 'oudere' moet leggen. Je wordt meegezogen in dezelfde stroom waarin ook je ouders meedobberen en je moet toegeven dat er over jou ook al een hele serie te maken is. Zelfs onze kinderen zijn al niet meer wie ze ooit waren... Sommige foto's tonen een tijd die definitief voorbij is.

Nu, een dag later, blijft het overweldigende besef dat we niet 'alle tijd' hebben, zoals ik lang gedacht heb. Zelfs vijftig jaren zijn best te overzien.
De tijd vliegt...en er is zomaar veel voorbij.
Hoog tijd om goed na te denken over wat je belangrijk vindt,
voor je het weet heb je er geen tijd meer voor.