dinsdag 31 mei 2011

Verder...


Het ongelooflijke gebeurt toch: na het afscheid van Rachel, gaat het leven verder…
Een beetje onwennig zijn we aan deze nieuwe week begonnen. Op de zondag waarop het gebed en sommige liederen nog aan de dankdienst doen denken, volgt de maandag die er al weer bedriegelijk gewoon uitziet. We stappen in het vertrouwde spoor, en dat lukt ons gek genoeg ook nog. Maar kan ons hart er in meekomen?

Zelfs wij die in een grotere kring rondom Erik, Mirjam, Eva, Sara en Loïs leven en van een afstand getuige zijn, hebben de neiging om nog even langer stil te blijven staan bij alles wat er de afgelopen weken gebeurd is.

Het is voor velen een tijd van uitersten.
Op drie mei komen we in een achtbaan terecht waarin we heen en weer slingeren tussen hoop en vrees. We suizen mee van Amersfoort, via Utrecht naar Rotterdam. Op de tussenstations zien we elkaar in de bidstonden. Onze levens raakten vervlochten met die van de familie van Ginkel, maar wonderlijk genoeg groeien wij ook naar God en naar elkaar toe. Immers, samen staan we steeds weer voor Gods troon en smeken we Hem om een wonder
Op donderdag 19 mei komt de baan met een ongelooflijke klap tot stilstand: onze angst wordt werkelijkheid en onze hoop dooft uit: Rachel is niet meer in ons midden. Verslagen zijn we die avond samengekomen om te schuilen bij onze God en te bidden voor hen die achter moeten blijven.

De week daarop wordt de woensdag, de dag van de begrafenis, de berg waar we met zijn allen overheen moeten. Hoe dichter bij die dag, hoe hoger die berg ons toeschijnt. Bestijgen lijkt onmogelijk, maar als we eenmaal aan de voet aangekomen zijn, gaat het wonderlijk genoeg toch gestaag omhoog. We worden misschien nog wel het meest geholpen door de grote afwezige in de dankdienst: Rachel zelf. Zij geeft ons de woorden aan, waardoor we omhoog gaan kijken en ons door de Goede Herder naar de top laten leiden. En haar klasgenootjes nemen het van haar over met woorden van troost en hoop: 'iedereen moet huilen, behalve Rachel!" Ernstig staan ze even later bij het grafje en nemen liefdevol afscheid van hun Rachel: "Dag Rachel, tot ziens!" Onze kinderen zijn deze dagen werkelijk 'de grootsten in het Koninkrijk'.
Eenmaal aan de andere kant van de top, koesteren we ons nog even in haar schaduw. Opgelucht ook, we hebben het kunnen volbrengen.

Maar aan deze andere kant strekt zich een enorme vlakte uit en de berg achter ons verdwijnt weer snel uit het zicht. Daarmee ook de bemoedigende ervaring dat zelfs een berg als deze met Gods hulp te bestijgen is. En vóór ons strekt zich die enorme vlakte uit en die vraagt uithoudingsvermogen, het meest voor Erik, Mirjam, Eva, Sara en Lois, hun familie en hun vrienden. Zij zullen er zonder Rachel doorheen moeten.
Het ongelooflijke gebeurt toch, onvermijdelijk: na het afscheid van Rachel gaat het leven verder.
Deze uitspraak is ook nog op een andere manier waar: Rachel is niet verloren gelopen en schuilt veilig bij onze Goede Herder. Ook haar leven gaat verder. En wij zijn naar Hem en dus ook naar Rachel onderweg. Onderweg naar het leven zoals wij dat nog niet kennen.
Laten we juist nu voor Erik, Mirjam, Eva, Sara en Loïs blijven bidden,
dat deze hoop het steeds meer van de leegte gaat winnen.

zaterdag 21 mei 2011

Rachel, tot ziens!


Op eerste Paasdag stond ze naast me op het podium voor in onze kerkzaal.
Kalm wachtte ze totdat ik iets kon gaan zeggen: de collectezakken waren nog niet rond en ons kerkorkest speelde. Ze hadden iets gemaakt in de Bijbelklas. "Wil je er iets over vertellen?", vroeg ik haar fluisterend. "Nee", schudde ze. Dat hoefde nu ook weer niet. Opgelucht liep ze even later naar haar plaats.
"Typisch Rachel", zeggen ze me nu, "ze hoefde niet zo nodig op de voorgrond te staan".
Maar ze was er wél altijd bij.

Bladerend in de fotoalbums van onze gemeente zie ik haar dan ook regelmatig voorbijkomen. Heel enkel recht voor de camera, meestal een beetje achteraan: enthousiast aan het klimrek op de startzondag van vorig jaar en even later op de rug gezien met een ballon, haar hand op de arm van zus Eva. In Februari van dit jaar staat ze recht achter het grote kado van het Feest van Genade. Een beetje achter de andere kinderen. Zij mocht het mee uitpakken. Haar gezicht is blij en benieuwd, wat zou er in zitten? Natuurlijk, maanden hadden ze er op moeten wachten. Als het kado eenmaal open is, en een heel stel van hen de doos induiken, zie je haar duidelijk -nu iets op een afstand- in de doos staan te kijken.
Rachel was er altijd bij, maar dat merkte je meestal niet zo: ze was heel kalm. Net zoals op Paasmorgen.

Anderhalve week later, tijdens onze vakantie, gaat mijn telefoon als ik in een winkelstraat in Lille sta. Het is mijn collega. Hij heeft een ernstige boodschap voor me: Rachel ligt inmiddels met een levensgevaarlijke hartkwaal in het Sophiaziekenhuis in Rotterdam. Het is die dag erop of eronder, 's avonds zal er in onze gemeente een bidstond zijn, de tweede al, begrijp ik van hem. Wij bidden 's avonds op ons vakantieadres mee. Later hoor ik dat er in Voorthuizen meer dan tweehonderd mensen geweest zijn.

De ouders van Rachel, Erik en Mirjam, besluiten ons in hun zorgen te betrekken: ze starten een Blog op de website van onze gemeente. Heel veel mensen uit onze gemeente en daarbuiten volgen het ziekteverloop van Rachel. Vaak ademloos, soms meermalen per dag. Overal hoor je de vraag: "Hoe is het met Rachel, heb jij nog iets gehoord?" Het één leidt tot het ander. Samen raken we er steeds meer bij betrokken: de week daarop bidden we weer samen met meer dan honderd mensen: van binnen- maar ook van buiten- onze gemeente, merk ik. We vragen, ja smeken, onze Heer om genezing, en bidden Hem of Hij Rachel, Erik, Mirjam, Eva, Sara en Loïs zijn nabijheid wil laten voelen.

Zo nu en dan ben ik in het ziekenhuis, de situatie lijkt stabiel maar wordt niet echt beter.Vanaf vorig weekeinde gaat het slechter. De apparatuur werkt haar nu tegen en verslechtert haar conditie. Als we dinsdag weer met een kerk vol bij elkaar zijn, is Rachel zieker dan ooit. We bidden inmiddels - ook buiten de bidstonden om- bijna dag en nacht. Een operatie helpt haar niet, haar conditie wordt alleen maar slechter. Van een  nieuwe operatie komt het niet meer. De toestand van Rachel is te slecht geworden. Op donderdag 19 mei moeten de artsen het opgeven, zij kunnen niets meer voor haar doen. Om zeven minuten voor halfeen overlijdt Rachel op de Intensive Care van het Sophia, zeven jaar oud. Niet eerder dan nadat we samen 'Jezus is de Goede Herder' gezongen hebben, we gebeden en gelezen hebben en iedereen die daar is van haar afscheid genomen heeft. En voordat ook maar iemand de apparatuur kan uitschakelen, gaat ze zelf. Het is klaar zo.

Verdrietig rijd ik die middag naar huis en daar tref ik al even diep verdrietige mensen. Het nieuws is me vooruit gereisd: Rachel is niet meer bij ons. 's Avonds ontmoeten we elkaar weer in de kerk. De vraag ligt voor de hand: was al dat bidden nu voor niets?
Dat zou zo zijn als onze Heer ons de garantie van een gezond en lang leven hier op aarde had gegeven. Dan had Hij zijn Woord niet gehouden. Maar dát wordt ons in het evangelie niet beloofd! Pas na de terugkomst van de Heer Jezus ontvangen al zijn kinderen hun nieuwe leven, tot die tijd zullen allen sterven. In ons deel van de wereld de meesten ouder, maar sommigen al jong. In andere werelddelen de meesten al veel jonger. De kinderen van God zijn al wel verlost, maar deze wereld is nog niet helemaal bevrijd en nog altijd onderworpen aan de vloek van de zinloosheid. Zo nu en dan genezen er, sommige wonderlijk, maar dat zijn de tekenen van het Koninkrijk dat nog in zijn volle pracht en kracht moet komen. Om dat wonder hebben we gebeden, het is ons niet gegeven.

Toch hebben zijn kinderen het belangrijkste al gekregen: de garantie van een nieuw leven in het Koninkrijk van God. Zonder zorgen, ziekte en zonder afscheid. Dat is al zijn kinderen beloofd! Ook Rachel! We nemen daarom diep verdrietig maar niet wanhopig afscheid, voor een tijd: Rachel zal weer opstaan samen met al Gods andere kinderen. Op die tijd wacht ze veilig bij haar Heer: Jezus blijft haar Goede Herder.
De afgelopen weken zijn we in onze gebeden rondom Rachel opnieuw diep met elkaar, met onze Vader en met zijn beloften verbonden geraakt. In gedachten reis ik vooruit naar de Paasmorgen van de opstanding en vraag me af: zal ze dan nog weer eens naast  me staan? Kalm maar toch aanwezig?
Als ik alles zo op me in laat werken, denk ik dat we elkaar vast weer zullen zien.
Daarom, Rachel tot ziens!

dinsdag 10 mei 2011

Littekens

Het 'Tyne Cot' ereveld 
Vorige week zijn we naar Vlaanderen gereden. Bij Nieuwkerke kwamen we tot stilstand. Nieuwkerke een klein, Vlaams dorp, waarvan de huizen vrijwel uitsluitend langs de weg liggen. Een kleine Spar, een grote slager en een vriendelijke bakker. Gelegen midden in een heuvelachtig  landschap, een lappendeken van pas geploegde akkers en pas gemaaide weiden. Op de weiden sloom vee dat drinkt uit vredige poelen, die onregelmatig verspreid in het landschap liggen. Daar waar het 's nachts nog donker en overdag nog stil kan zijn. Voor de liefhebbers: het paradijs op aarde!


Maar in dat vredige landschap gaat de herinnering aan een hels monster schuil. Het wezen heeft zichtbare littekens achtergelaten. Het eerst vallen de bordjes op die overal in de regio naar begraafplaatsen verwijzen. Vaak meerdere tegelijk! Onder elkaar gemonteerd op dezelfde palen, anders zou het hier en daar helemaal vol komen te staan. Werkelijk tientallen begraafplaatsen herinneren aan de Grote Oorlog en het Westelijk Front van 1914-1918 waar miljoenen militairen hun leven verloren. Nog  minder dan honderd jaren geleden: hun wapens waren modern en dodelijk. De verhalen over hun levens, klinken als die over onze grootouders. Maar de verhalen over hun sterven klinken als belevenissen uit de hel.
Met een blik, gescherpt door de graven, begint je meer op te vallen. Die drinkpoelen blijken vaak mijnkraters en granaatinslagen te zijn. En dan begin je het  overal te zien: de betonnen bunkertjes, een paar verroeste granaten aan de rand van een pas ingezaaide akker (ieder jaar vindt men er nog 200 ton munitie uit die tijd), de gedenkplaten met oorlogsherinneringen en overal de museums.
Langzaam ontvouwt zich het verhaal van vrijwel een gehele generatie jonge mannen die hier vocht, vaak afschuwelijk gewond werd, soms ernstig getraumatiseerd  raakte en voor een groot deel sneuvelde. Als slachtoffer van op industriële schaal geproduceerde vernietiging door snelvurende mitrailleurs, allesverwoestende artilleriebeschietingen, verzengende vlammenwerpers en smorende gasaanvallen.
  
Als je daar tegenwoordig loopt is de tegenstelling bijna ongelooflijk: de volkomen vrede in de zomerse meimaand van 2011 met zachtgroen kleurende bomen en helder zingende vogels met die afschuwelijke, mensonterende, gruwelijke en helse moerasoorlog die hier nog geen honderd jaar geleden de streek in een maanlandschap veranderde. Je zou bijna vergeten hoe deze wereld kan zijn. Maar hoe mooi de lente ook, het is nog geen vrede!
En toen we tijdens ons vakantie een telefoontje kregen dat een klein meisje uit onze gemeente plotseling ernstig ziek in het ziekenhuis opgenomen was, wisten we het helemaal zeker: onze wereld schreeuwt om verlossing van de zinloosheid. Daar kan geen paradijselijke lente iets aan veranderen.