woensdag 14 april 2010

Bijgeloof

Is bang zijn voor de invloed van 'geestelijke machten' bijgeloof?
Er is toch wel zeker sprake van 'machten en krachten'! Lees de brief aan de Efeziërs er maar op na (Ef. 6). Of anders: volg onze Heer en zijn apostelen op hun reizen door Israël en van daaruit via Samaria naar de rest van onze wereld. Ze hebben hier toch constant mee te maken? De laatste generatie christenen nog steeds! Luister maar naar verhalen van moderne 'apostelen', die de macht van de boze vaak heel duidelijk ervaren.

Er zijn geestelijke machten! En de boze heeft echte invloed op deze wereld! Dat is geen bijgeloof. Ik ben van hun bestaan en hun invloed volledig overtuigd. Het is een werkelijkheid waar we elke dag voor bidden: 'verlos ons van de boze'. 
Geloven in het bestaan van geestelijke machten is beslist geen bijgeloof. Toch geloof ik dat bang zijn voor- en het steeds angstiger worden voor- de invloed van geestelijke machten onder christenen wel bijgelovige trekken kan krijgen. Als ik hoor van oprechte gelovigen die zich zorgen maken over een 'generatievloek' bijvoorbeeld. D.w.z. ergens in de lijn van je voorgeslacht komt iemand in aanraking met een boze macht en dat werkt dan op een negatieve manier door in alle nakomelingen. Zo kun je dus zonder het te weten besmet zijn met de invloed van een boze macht. Als dat zo is ga je - zeker als het slechter met je gaat- al gauw denken aan dat boze: kleeft er iets aan mijn familie waarvan wij nog bevrijd moeten worden?

Het doet me denken aan verhalen die ik over de animistische bewoners van Papoea heb gelezen. Hun dagelijkse leven is beheerst door de angst voor (boze) geesten. Iedere boom, iedere steen is bezield door een geest en die kan -als je niet heel goed rekening met hem houdt- invloed op je leven krijgen. Wordt je in die cultuur slachtoffer van ziekte dan is het logisch dat je op zoek gaat naar de boze macht die daar verantwoordelijk voor is. Heb je die eenmaal gevonden dan probeer je jezelf met behulp van een vaststaand ritueel van de invloed van die macht te ontdoen. Soms roep je daarvoor de hulp van een 'specialist' in: een medicijnman die de geestenwereld kent en de passende rituelen beheerst.

Dat zijn vóór-christelijke 'bíjgelovige' gebruiken. In het zelfde gebed waarin onze Heer ons leert te bidden voor verlossing van de boze, belijden wij: 'Want van U is Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid.' Daarmee erkennen we -vol lof- wie werkelijk de Heer van onze wereld is. Dat is niet de satan en dat zijn ook niet de machten, maar dat is onze Heer Jezus Christus.
Dat leert ons dat we in zijn buurt veilig zijn en dat we voor de boze geen angst meer hoeven te hebben. Het is na Christus opstanding niet meer nodig zo in het leven te staan.

Je moet de satan niet onderschatten, hij is een machtige gevallen engel, zelfs een aartsengel als Michaël toont respect voor die macht (Judas vs 9). Maar je hoeft satan niet te 'vrezen'. Dan geef je hem en zijn volgelingen teveel eer en gaat de angst voor satan je vertrouwen in je Heer overstemmen. Speciale rituelen zijn niet nodig, een simpel beroep op je Heer volstaat: 'verlos ons van de boze.' Als je zo leeft ben je in goed gezelschap, ook de aartsengel Michaël volstond met een beroep op zijn Heer: ''Moge de Heer u straffen.' (Jud 1,9).

Maar wat dan als je dit soort machten (onbedoeld) hebt uitgenodigd in je leven leven te komen? Ja, dat is weer een ander verhaal

Geen opmerkingen: