woensdag 3 juni 2009

Uitnodiging tot gesprek

In de weken voor Pinksteren heb ik een opmerkelijk boek gelezen: 'De uitnodiging' geschreven door de in Amerika wonende Canadees W.Paul Young. Het is in rap tempo een bekend boek aan het worden. In Amerika heeft het nummer 1 gestaan op de bestsellerslijst van de New York Times en er zijn onder zijn Engelse titel "The Shack" inmiddels miljoenen exemplaren van verkocht. Het is een boek dat je op je verjaardag van vrienden krijgt met de opdracht: "dit móet je eens lezen". Zo is het mij ook vergaan.

Het boek zuigt je naar binnen in een bloedstollend verhaal. Hoofdpersoon Mackenzy Allen Phillips is een vijftiger, man van Nan en vader van vier kinderen. Hij leeft met het Grote Verdriet: vier jaren geleden is zijn jongste dochter 'Missy' op een gruwelijke manier vermoord. Zijn vrouw en hij proberen beiden op de één of andere manier met dit verdriet te leven. Nan slaagt er in troost te vinden bij God. Mack eigenlijk niet, hij kan zich niet aan de bitterheid ontworstelen die er in hem is gaan groeien. Op een dag vindt Mack in zijn brievenbus een brief met een uitnodiging: "Kom naar de hut", ondertekend met 'Papa'. Alleen Mack weet dat dit de naam is waarmee Nan God aanspreekt. De hut ('The Shack) is de plaats ,ergens midden in de wildernis, waar zijn dochtertje vermoord is. Na lang aarzelen besluit Mack te gaan en heeft daar inderdaad een ontmoeting met de drie personen van God. In lange gesprekken met Papa, Jezus en Sarayu (Indisch voor 'verrassende wind') komt hij tot verzoening met God en zelfs met het Grote Verdriet.

Toen ik de aankondingen van het boek las, voelde ik tegenzin om het te gaan lezen. Dat had maken met de manier waarop de personen van God worden uitgebeeld. Bijv. God de Vader, als Papa, een Afroamerikaanse moeder, die tussen de gesprekken door de hele dag staat te koken en te bakken voor Mack. Het gaf me het idee dat de schrijver probeert het bijbelse beeld van God te veranderen in een politiek correcte persoon die voor iedereen te aanvaarden is. Daar zit ik niet zo op te wachten.

Maar heel wat oprechte christenen om me heen bleken daar helemaal geen last van te hebben.
Daarom ben ik het toch maar gaan lezen. En inderdaad bij het lezen vallen die bezwaren helemaal weg. De schrijver heeft beslist niet de bedoeling om God op de één of andere manier acceptabeler te maken. Maar hij beschrijft God, die omwille van de relatie met Mack, zich op een heel andere wijze aan hem toont, dan hij verwacht zou hebben. De schrijver probeert niet af te rekenen met de bijbelse beelden van God, maar probeert je bewust te maken van de verrassende grootheid van God, die vér boven ons voorstellingsvermogen uit gaat. En dus ook vér boven onze godsbeelden, die wij natuurlijk ook hebben.
En dat maakt het niet alleen een spannend, maar ook een verrassend en verrijkend boek.
Ook als je het niet overal mee eens bent - en dat ben ik niet- is het een uitnodiging tot een diepgaand gesprek over je relatie met God.

Geen opmerkingen: