Gisteravond is ons nieuwe Missionair Team voor het eerst bijeengekomen.
Onze hagelnieuwe missionair-ouderling Kees van de Mark opende de avond met een 'missionaire schuldbelijdenis'. Hij constateerde bij zichzelf twee hindernissen die hem beletten om zelf missionair te kunnen zijn: "1. Ik heb eigenlijk alleen maar christelijke vrienden en kennissen" en "2. Mijn levensstijl is niet zo verschillend van die van mijn niet-gelovige 'buren', dat dit bij hen vragen oproept". Dit zei hij naar aanleiding van een tekst uit 1 Pet 3:
Vraagt iemand u waarop de hoop die in u leeft gebaseerd is, wees dan steeds bereid om u te verantwoorden. 16 Doe dat dan vooral zachtmoedig en met respect, houd uw geweten zuiver; dan zullen de mensen die zich honend over uw goede, christelijke levenswandel uitlaten, zich schamen over hun laster (15-16).
Maar ja, als je levensstijl geen vragen oproept, waarvoor zul je je dan verantwoorden? Toen we de kring rond gingen, bleek dat Kees niet de enige was wiens geweten knaagde, zonder uitzondering hadden we er allemaal last van. Ja, en hoe zul je missionair zijn als je maar heel weinig niet-gelovigen ontmoet en er dan ook nog eens weinig te praten valt?
Maar het feit dat je dit aan elkaar belijdt, betekent nog niet dat je het daarmee ook snel kunt veranderen. Hoe doe je dan dan? Om je nu zo ineens in het uitgaansleven te storten, is voor de meesten van ons ook geen reële mogelijkheid!
De vraag blijft je bijten en vreet zich dieper naar binnen. "Hoe komt het toch dat het leven van ons christenen zo los is komen te staan van dat van niet-christenen?" Waarom solliciteert een christen-docent niet vol overtuiging naar een baan in het openbaar onderwijs? Daar maak je toch meeste verschil! Verleden week (20 juni!) luisterde ik in een aflevering van het EO-radioprogramma 'Kerk in beweging' naar Clara Keus-Spaans, die vijftig jaar leidster op een zondagsschool is geweest. Zij begon met meer dan 800 christelijke kindertjes per zondag. Dat komt niet meer voor, veel van die kindertjes zijn uit de kerk vertrokken en hún kinderen komen niet meer. Clara liet zich niet ontmoedigen, inmiddels geeft ze les op verscheidene zwarte basisscholen in de Haagse binnenstad. Om dat te mogen doen moet ze ook Islamitische- en Joodse- religieuze verhalen vertellen. Iedere week is er een ander geloof aan de beurt. Op de vraag of ze het daar niet moeilijk mee heeft, zegt : "jawel soms wel, maar als ik het niet zou doen, zouden deze kinderen nooit iets over de Heer Jezus horen." Tja, dat is een heel andere manier van zien. (klik hier voor het radioprogramma)
Onze hagelnieuwe missionair-ouderling Kees van de Mark opende de avond met een 'missionaire schuldbelijdenis'. Hij constateerde bij zichzelf twee hindernissen die hem beletten om zelf missionair te kunnen zijn: "1. Ik heb eigenlijk alleen maar christelijke vrienden en kennissen" en "2. Mijn levensstijl is niet zo verschillend van die van mijn niet-gelovige 'buren', dat dit bij hen vragen oproept". Dit zei hij naar aanleiding van een tekst uit 1 Pet 3:
Vraagt iemand u waarop de hoop die in u leeft gebaseerd is, wees dan steeds bereid om u te verantwoorden. 16 Doe dat dan vooral zachtmoedig en met respect, houd uw geweten zuiver; dan zullen de mensen die zich honend over uw goede, christelijke levenswandel uitlaten, zich schamen over hun laster (15-16).
Maar ja, als je levensstijl geen vragen oproept, waarvoor zul je je dan verantwoorden? Toen we de kring rond gingen, bleek dat Kees niet de enige was wiens geweten knaagde, zonder uitzondering hadden we er allemaal last van. Ja, en hoe zul je missionair zijn als je maar heel weinig niet-gelovigen ontmoet en er dan ook nog eens weinig te praten valt?
Maar het feit dat je dit aan elkaar belijdt, betekent nog niet dat je het daarmee ook snel kunt veranderen. Hoe doe je dan dan? Om je nu zo ineens in het uitgaansleven te storten, is voor de meesten van ons ook geen reële mogelijkheid!
De vraag blijft je bijten en vreet zich dieper naar binnen. "Hoe komt het toch dat het leven van ons christenen zo los is komen te staan van dat van niet-christenen?" Waarom solliciteert een christen-docent niet vol overtuiging naar een baan in het openbaar onderwijs? Daar maak je toch meeste verschil! Verleden week (20 juni!) luisterde ik in een aflevering van het EO-radioprogramma 'Kerk in beweging' naar Clara Keus-Spaans, die vijftig jaar leidster op een zondagsschool is geweest. Zij begon met meer dan 800 christelijke kindertjes per zondag. Dat komt niet meer voor, veel van die kindertjes zijn uit de kerk vertrokken en hún kinderen komen niet meer. Clara liet zich niet ontmoedigen, inmiddels geeft ze les op verscheidene zwarte basisscholen in de Haagse binnenstad. Om dat te mogen doen moet ze ook Islamitische- en Joodse- religieuze verhalen vertellen. Iedere week is er een ander geloof aan de beurt. Op de vraag of ze het daar niet moeilijk mee heeft, zegt : "jawel soms wel, maar als ik het niet zou doen, zouden deze kinderen nooit iets over de Heer Jezus horen." Tja, dat is een heel andere manier van zien. (klik hier voor het radioprogramma)
We kwamen gisteren tot de conclusie dat we nog een lange weg hebben te gaan. Voordat we naar binnenstappen in het leven van niet-gelovige medemensen, mogen we ons zelf wel eerst gaan bezinnen op ons eigen 'gelovige' leven. Dat gaan het Missionair Team (MT) het komende seizoen dan ook doen En in de vakantie heb ik gelukkig de gelegenheid om me daar alvast mee te beginnen.