vrijdag 9 oktober 2009

Stemmen in de stilte


Onze columnist Kijker is getroffen door de stilte. Dat kan ik me goed voorstellen: er is toch een hoop lawaai om ons heen. 's Morgens wordt ik vaak wakker met de constante dreun van de A1 of de A30 in mijn oren (net hoe de wind staat), even later slaat mijn wekkerradio aan en zo kan ik gemakkelijk de hele dag met geluid vullen. Natuurlijk dat is ook mijn eigen keus, maar er is ook gewoon heel veel geluid en hectiek om ons heen. Je moet soms heel nadrukkelijk naar de stilte zoeken.

En als het dan eens stil is, komt er ruimte voor andere 'geluiden'.
Gods boodschap vraagt niet zo lawaaierig om aandacht. Nou ja 's zondags dan, volgens Kijker.
Maar voor de rest niet zo. Dat heeft met de Gastheer te maken. De Geest is geen inbreker, Hij komt alleen op uitnodiging. En daar moet je de rust voor zoeken.
Als het dan eens stil is kan God heel indringend tot je gaan spreken. Eindelijk 'hoor' je Hem eens echt en dringt zijn boodschap tot je door.

Volgens Kijker spreekt God ook rechtstreeks via beelden en woorden in een stiltemoment. Ik ken dat eerlijk gezegd niet zo, maar ik denk dat het wel kan. In de Bijbel zie je dat ook gebeuren: mensen krijgen visioenen en profetieën. En nergens in de Bijbel wordt duidelijk gemaakt dat dit ná een bepaald periode niet meer zal voorkomen. Paulus beschrijft een kerkdienst in Korinte waar het allemaal gebeurd (1 Kor. 14,26 e.v.). Maar hij zegt er wel iets bij: Laat van hen die profeteren er telkens twee of drie spreken; daarna moeten de anderen het beoordelen (29)

Dat beoordelen van de 'stem van God' is wel heel belangrijk. Laat ik dat eens illustreren met een heel oud verhaal. Over Augustinus, een internationaal bekend christen uit de vierde eeuw, wordt het volgende verhaal verteld. Hij was eens aan het wandelen toen hij aan de overkant van de weg een man op zich toe zag lopen die druk in geprek was. Het vreemde was dat de man alleen liep. In die tijd kon een mobiel telefoontje nog niet de verklaring zijn van zijn 'gesprek in zichzelf zijn, dus stapte Augustinus op hem toe en vroeg hem: "beste man, met wie ben je in gesprek?". "O, ik praat met mezelf", antwoordde de man. "Pas maar op, zei Augustinus, "je spreekt met een slecht mens!"

Het is goed om de stilte te zoeken om beter naar God te kunnen luisteren. Maar als je op zoek gaat naar Gods stem in jezelf, wees je dan bewust dat er ook andere stemmen in de stilte te horen zijn.
Allereerst die van jezelf. Het is verleidelijk om wat je zelf graag wilt voor de stem van God aan te zien.
En dan zijn er nog andere stemmen die graag invloed op je willen krijgen. Daarom, verwacht in de stilte niet alleen de stem van God te horen. Je moet goed leren onderscheiden om te kunnen herkennen welke stem tegen je spreekt. Dat kán door wat je al van God weet uit de Bijbel en door te wikken en te wegen samen met je broers en zussen in Christus. Zij hebben de Geest tenslotte ook ontvangen.

Daarom, als het gaat om Gods spreken in de stilte: Onderzoek alles, behoud het goede
 (1Th 5:21 NBV)

1 opmerking:

Liesbeth Jansen zei

Dit stukje trof mijn aandacht toen ik op de site zocht naar kerkdiensten. Het begon eigenlijk met de klik op kinderen die de kerk verlaten. Ik ben ook zo'n kind, dan wel op latere leeftijd toen ik zelf al kinderen had. En pas nadat mijn ouders overleden waren. Natuurlijk zit aan verlaten uit een plek waar je bent op gegroeid (vrijgemaakte kerk) een heel verhaal.
Het voordeel van ergens in opgroeien is dat het je nooit meer loslaat.
Hier komt dus de verwevenheid met stemmen in de stilte te voorschijn.
Er zijn bij geen stemmen maar ik kom wel steeds in situaties of ik lees of hoor dingen die steeds er op wijzen dat God Heer is, dat hij mijn naam kent, dat ik bij hem hoor.
Het hoeven dus geen stemmen te zijn maar er zijn ook andere wegen die steeds naar God wijzen. Maar ik herken het, denk ik, omdat ik van huis uit met God in aanraking ben gekomen.
Door al deze aanwijzingen zoek ik weer kerkdiensten op, maar ben huiverig om mij weer aan te sluiten. Misschien liggen mijn verwachtingen van kerkmensen wel te hoog.
Eén van mijn kinderen heeft voor mij aan de kerk al verlaten. Maar dan ook totaal, dood=dood.
Hij ziet mijn worsteling en heeft veel kennis van de bijbel. Gelukkig praten we er regelmatig over. Ik hoop dat hij hierdoor zich weer gaat realiseren dat God er toch is.
De andere zoon is overgegaan naar een andere kerk dan hij is opgegroeid , is in deze kerk getrouwd en heeft zijn kinderen laten dopen. Maar kerkbezoek is geen automatisme zal ik maar zeggen.
Eigenlijk reageer ik dus op twee stukjes van u. En als ik het over mij heb praat ik ook over mijn man. Hij heeft zich bij de kerk aangesloten toen wij elkaar leerde kennen. Bij hem is het zoeken minder aanwezig.
Ik heb NGK leren kennen via mijn broer en schoonzus.
Of u deze reactie wil plaatsten laat ik aan u over. Ik reageer eigenlijk heel primair nadat ik uw stukjes heb gelezen.
Beide stukjes beschouw ik vanuit mijn situatie en reageer dus ook vanuit deze situatie. Een situatie waarin ik alles niet zo beleef als: zo is het. En misschien hoort deze reactie hier ook niet thuis. Zoals gezegd ik laat het geheel aan u.