"in zijn ogen zie je vóór alles de anderen..." |
Afgelopen dinsdag las ik het in het Nederlands Dagblad het artikel over het teruglopende bezoek aan de 'tweede dienst'. Daarin wordt Stefan Paas geciteerd. Hij zei onlangs dat "het zwaartepunt van het geloofsleven verschuift weg van het collectieve en naar de persoonlijke pelgrimage." Toen ik het las, kwam bijna onmiddellijk de herinnering aan dit gesprek weer naar boven. Verslagen ben ik destijds na dit afscheid naar huis gereden. Dat zat - zo merkte ik- dieper dan het afscheid zelf. Het heeft even geduurd voor ik dit onder woorden kon brengen.
Hun geloven was zo persoonlijk geworden dat vele anderen er uit verdwenen waren. Hun oude gemeente werd bijna glimlachend achtergelaten op weg naar een andere - voor hen veelbelovender - gemeente. In plaats van de anderen zag je in hun ogen vooral de weerspiegeling van hen zelf: 'eigen ontwikkeling' en 'onze persoonlijke weg'. Die zinnen komen uit een heel andere bron dan: Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. (Joh 13:14) In zijn ogen zie je vóór alles de anderen. Zijn apostelen geven dit 'dienen' weer aan anderen door. Maar in hun ogen werden vooral zij zelf zichtbaar. Onthutsend vond ik dat, je lijkt dezelfde taal te spreken, maar bent in feite vreemden voor elkaar geworden. Je begrijpt nog wat er gezegd is, maar je 'verstaat' het niet meer. Belangrijke woorden zijn vervangen door andere. 'Dienen' door 'persoonlijke ontwikkeling' en 'dé weg' door 'mijn weg'.
En je wordt bang dat het in dit geloven wel eens veel meer om het 'zelf' dat om 'Christus' zou kunnen draaien.
Met de 'anderen' lijkt de bestemming er uit verdwenen.
De verschuiving die Paas constateert maakt me dus niet alleen maar blij, maar ook bezorgd. Jazeker, het collectieve geloven kan een gevangenis worden waarin het hele geloven draait om wat de 'anderen er van vinden'. Je kunt niet geloven om 'de anderen'. Op de duur haak je af. Dat zie ik om me heen gebeuren. Maar als 'collectief' vervangen wordt door dit 'al te persoonlijke' dan is het of de 'brullende leeuw' vervangen wordt door 'een sluipende tijger'. Het gevaar is nog steeds dodelijk, maar je hoort het niet meer aankomen en zo is het eigenlijk nog veel gevaarlijker.
Het is mijn wens dat we als gelovigen niet allen groeien in het dienen van Christus, maar tegelijkertijd ook in het dienen van elkaar. En dat de persoonlijke kennis van Christus zich verdiept in de persoonlijke omgang met elkaar en de ontdekking dat we samen op weg zijn naar het Koninkrijk.
Als de verschuiving naar het persoonlijke dit inhoudt dan gaan we een jaar vol heil en zegen tegemoet.